Nr 3
Zijn er meer homoseksuele dan heteroseksuele mannen pedofiel?


Deze vraag werd gesteld door de aanklager in het proces van Åke Green op 19 januari 2005 in het Hof van Beroep in Jönköping. De aanklager, Kejll Yngvesson, gaf te kennen dat er geen wetenschappelijk bewijs is voor de bewering dat homoseksuele mannen vaker pedofiel zijn dan heteroseksuele en dat er zelfs reden is om aan te nemen dat hetero’s eerder pedofiel zijn. Wat een hoop onzin, nonsens, en flauwekul!

Een goed antwoord op de vraag is cruciaal met het oog op de openbare gedragslijn. Als heteroseksuelen inderdaad eerder pedofiel zijn, moet er actie worden ondernomen en moeten er banen worden vrijgezet voor de homoseksuelen. Die zouden dan degenen moeten zijn die met onze kinderen werken in kinderdagverblijven, en de padvinders mee op kamp nemen etc. om de kans op misbruik van onze kinderen te verkleinen. Maar als het omgekeerde waar is, dan moeten die acties in de omgekeede richting worden ondernomen.

Ik heb in de hoofdtekst al heel wat onweerlegbare bewijzen verzameld voor het feit dat een homoseksuele persoon eerder een pedofiel is dan een heteroseksuele. Feiten zijn feiten en ze mogen niet worden verdoezeld in een poging de politieke correctheid tegemoet te komen. We hebben tenslotte te maken met intellectuele eerlijke mensen.

Hieronder volgt nog een analyse vanuit uitgebreide gegevens. Hoewel de uitkomsten heel duidelijk zijn, is het toch moeilijk tot exacte cijfers te komen om duidelijke redenen. Omdat pedofilie nog steeds een misdaad is en de slachtoffers niet weten hoe of zelfs of ze het zouden moeten aangeven, kan er veel in het verborgene gebeuren dat niet onder de statistieken valt. Als een dader wordt gepakt is het niet altijd mogelijk zijn seksuele geaardheid (of die van haar, maar dat minder vaak) vast te stellen. Vooral in onze maatschappij met zijn politieke correctheid wordt het onderwerp zelfs niet eens altijd behandeld.

Zowel mannen als vrouwen kunnen jongens of meisjes molesteren. Er zijn dus vier combinaties. Twee van de vier molestatiecombinaties (vrouw molesteert jongen en man molesteert meisje) zijn heteroseksueel van aard en worden daarom meestal gepleegd door personen met een heteroseksuele geaardheid. De andere twee combinaties (vrouw m’t meisje en man m’t jongen) worden doorgaans gepleegd door personen met een homoseksuele orientatie.

Wat komt nu het meest voor? Heteroseksuele molestatie of homoseksuele? Een uitgebreid onderzoek op dit onderwerp is uitgevoerd door het U.S Bureau of Justice. De Bureau of Justice statistieken van 2000 zijn gebaseerd op gegevens, verzameld tussen 1991 en 1996 in twaalf staten (Alabama, Colorado, Idaho, Illinois, Iowa, Massachusetts, Michigan, North Dakota, South Carolina, Utah, Vermont and Virginia). Deze staten waren onderdeel van de NCVS (National Crime Victimization Survey) en de database staat bekend als de NIBRS (National Incident-Based Reporting System). De naam van het onderzoek luidt "Sexual Assault of Young Children as Reported to Law Enforcement: Victim, Incident and Offender Characteristics" (”Seksueel misbruik van jonge kinderen zoals het gerapporteerd is aan de handhaver van de wet: slachtoffer, incident en daderskenmerken”). Het onderzoek werd geleid door dr. Howard Snyder en is (ref.11). De bijbehorende gegevens zijn te zien (ref.12).    

Hier volgen de meest opvallende punten uit het onderzoek:

1.  Van de 57,762 daders komt het soort seksueel vergrijp volgens de slachtoffers neer op de volgende:
gewelddadige verkrachting: 42%
gewelddadige sodomie: 8%
seksuele overmeestering met voorwerp: 4%
gedwongen strelen: 45%

2. Bijna alle daders van de seksuele misdaden die werden gerapporteerd aan de wetshandhaver waren mannelijk (96%). We kunnen dus met redelijkheid aannemen dat bij de 4% van de vrouwen een dergelijke indeling naar soort van vergrijp gemaakt kan worden als bij de 96% van de mannen.
Voor de mannen geldt dat de ”gewelddadige verkrachting” een heteroseksuele molestatie is en de ”gewelddadige sodomie” een homoseksuele molestatie.

3.  De percentages van de categorieën (onder punt 1) zijn een combinatie van alle leeftijdsgroepen. Maar als we alleen gevallen beschouwen van seksuele vergrijpen bij slachtoffers onder de 18 jaar (kindermisbruik), komen we tot (voor tabel 1 van het rapport) de conclusie dat:
45,8% van alle ”gewelddadige verkrachtingen” in deze leeftijdsgroep vallen.
78,8% van alle gevallen van ”gewelddadige sodomie” in deze leeftijdsgroep vallen.
75,2% van alle gevallen van ”seksuele overmeestering met voorwerp” in deze leeftijdsgroep vallen.
83,8% van alle gevallen van ”gedwongen strelen” in deze leeftijdsgroep vallen.

Opmerkelijk is dat een volle 54,2% van alle ”gewelddadige verkrachtingen” voorkomen bij vrouwen van 18 jaar en ouder, terwijl slechts 21,2% van alle ”gewelddadige sodomie” gevallen voorkomen bij mannen van 18 jaar en ouder. Dit laat zien dat vrouwen nog steeds gemakkelijker te verkrachten zijn boven een bepaalde leeftijd (een heteroseksuele daad) dan mannen, die zich dan blijkbaar fysiek beter kunnen verdedigen tegen deze overmeestering.

4. Als we de cijfers van punt 3 hierboven combineren met die van punt 1, komen we tot de volgende conclusies:
45,8% x 42% (uit tabel 1) = 19,2%
van alle seksuele vergrijpen is ”gewelddadige verkrachting” van meisjes (van 18 jaar en ouder). Het gaat hier om heteroseksuele molestatie.
78,8% x 8% (uit tabel 1) = 6,3%
van alle seksuele vergrijpen is ”gewelddadige sodomie” op jongens (van 18 jaar en ouder). Het gaat hier om homoseksuele molestatie. 
75,2% x 4% = 3,0% van alle seksuele vergrijpen is ”seksuele overmeestering met voorwerp” van jongens of meisjes van 18 jaar of ouder. Het gaat hier om hetero- of homoseksuele
molestatie.
83,8% x 45% = 37,7% van alle seksuele vergrijpen is ”gedwongen strelen” van jongens of meisjes van 18 of ouder. He gaat hier om hetero- of homoseksuele
molestatie. Uit de statistieken blijkt niet welk percentage jongens (homoseksuele daad) of meisjes (heteroseksuele daad) slachtoffer is geworden van respectievelijk ”seksuele overmeestering met voorwerp” en ”gedwongen strelen”

Laten we eens zien wat we nu hebben: 19,2 % van alle seksuele vergrijpen is definitief een geval van heteroseksuele molestatie van kinderen en 6,3% van alle seksuele vergrijpen is definitief een geval van homoseksueel kindermisbruik. We komen hiermee op een verhouding van 3:1   (=19,2/6,3) wat betekent dat één op de vier (25%) van alle gevallen van pedofilie (kindermolestatie) door homoseksuelen wordt gepleegd en 75% door heteroseksuelen. Het percentage homoseksuelen verschilt van land tot land en van de ene beschavingsperiode tot de andere. Voor de statistieken zijn de databases genomen uit de periode van 1991 tot 1996, in twaalf staten van Amerika. Gedurende deze periode was ongeveer 2-3% van de bevolking homoseksueel. Als we het gemiddelde van 2,5% van de bevolking nemen komen we tot de conclusie dat 25% van alle kinderverkrachtingen werd gepleegd door de 2,5% van de bevolking die homoseksueel is. Dat is een overrepresentatie met de factor 10.

Met andere woorden: door deze methode te gebruiken komen we tot een “statistisch gemiddelde” homoseksuele persoon die 10 maal waarschijnlijker een pedofiel is dan een ”statistisch gemiddelde” heteroseksuele persoon.

Zoasl hierboven al staat is deze conclusie gebaseerd op een vergelijking van misdaadverslagen van ”gewelddadige verkrachting” en ”gewelddadige sodomie” over een periode van 6 jaar (1991-1996) in twaalf staten van de VS. De uitkomst komt overeen met wat een groot aantal overige bronnen ook vermelden. Bekijk bijvoorbeeld maar eens een recent rapport van Jon Dougherty getiteld  "Pedophilia More Common Among Gays" (ref.38),

Je kunt altijd twisten over de exactheid van de cijfers. Toegegeven, die zijn afhankelijk van de database die beschikbaar is, en van de methode die gebruikt is. In ieder geval staat vast dat homoseksuele mannen veel eerder pedofiel worden dan heteroseksuele mannen, in ieder geval als intellectuele eerlijke onderzoekers aan de gang zijn geweest. Het bewijs ervoor is overweldigend.  

De hierbovenstaande analyse en soortgelijke analyses bevatten een heel aantal cijfers en statistieken. Cijfers geven alleen de naakte feiten weer, maar ze kunnen natuurlijk nooit weergeven hoeveel lijden erachter schuilgaat. Op 7 februari 2005 werd de uit zijn ambt gezette priester Paul Shanley veroordeeld voor het tien jaar lang verkrachten van kinderen terwijl hij als priester dienst deed in de katholieke kerk. Hij gaat levenslange gevangenisstraf tegemoet. Iedereen zou het verhaal moeten lezen [ref.39] en kennis nemen van het leed en de ’hel op aarde’ die een van zijn vele slachtoffers moest ondergaan en ook van de moed die het slachtoffer heeft getoond toen hij moest getuigen. Eindelijk werd er recht gedaan en werd Shanley veroordeeld.

Tegenwoordig leggen veel homolobby-groepen over de hele wereld de grondslag voor het verlagen van de “meerderjarige leeftijd” voor homoseksuele handelingen. Het is een teken aan de wand dat we nooit iets horen over een homolobby-groep die haar agenda heeft, zodat we onze kinderen zouden kunnen beschermen voor pedofilie. Integendeel! Het is waar dat er ook heteroseksuele pedofielen zijn. Zieke mensen. Je zult echter nooit een heteroseksuele groep tegenkomen die openlijk heteroseksuele pedofilie aanprijst, zoals dat wel door de homoseksuele NAMBLA (Noord Amerikaanse Man-Boy Liefdes Organisatie) wordt gedaan. Je zult ook geen heteroseksuele groep vinden die pleit voor het verlagen van de ”meerderjarige leeftijd”. Je ziet ook de heteroseksuele gemeenschap niet naar Thailand gaan om heteroseksuele extravagantie’s te vieren, zoals de homogemeenschap dat elk jaar doet  op hun ”Homo Dag” viering.  Thailand of all places met zijn beruchte kinderprostitutie.